Emma
Gevorderde Spammer
Posts: 177
|
Emma
May 31, 2006 7:42:22 GMT -5
Post by Emma on May 31, 2006 7:42:22 GMT -5
Mijn verhalen:
- Hongerig
|
|
Emma
Gevorderde Spammer
Posts: 177
|
Emma
May 31, 2006 7:43:21 GMT -5
Post by Emma on May 31, 2006 7:43:21 GMT -5
Hongerig Hij plantte zijn poten in het dorre gras, waarvan enkele stukjes nog groen waren, maar het overgrote deel inmiddels geel en verdord was. De droge tijd zorgde voor weinig voedsel, want alle dieren stierven langzaam uit, en zijn stevige tanden waren niet gemaakt om planten fijn te kauwen. ‘Tsuki!’ riep iemand. Het zachte gegrom van de vrouwelijke stem doorklonk in het enorme veld waar ze zich bevonden. Hij hoorde het luid diep in zijn oren, want de meest nabije vogel was minstens een paar honderd meter van ze af, ergens ver weg in de buurt van de vele sterren die hun nacht verlichtte. ‘Ja, Kaze?’ was het antwoord. Hij zette zich af en met een haastig gangetje rende hij in de richting van Kaze, die zo’n vijftig meter voorop liep in een zacht tempo. Hij liet lichte voetsporen achter in de verdorde grondvlakte, terwijl hij bij haar in de buurt kwam. Zijn vrouw grauwde. ‘Ze moeten eten, de kinderen. Dat weet je. Schiet op,’ zei ze, lucht uitstortend na elke paar woorden. Ze waren allemaal uitgeput, Tsuki, Kaze, maar ook de kleintjes. ‘Kom op, anders gaan ze dood. Niet blijven staan. Alsjeblieft.’ Tsuki zag de smeekbede in haar bijna zwarte ogen. Haar beenderen waren te zien door haar afwisselend licht en donkerbruine vacht heen. Door de warme zon zaten strepen en vlekken modder vastgebakken aan haar huid. Jacht was alleen ’s nachts mogelijk, maar dan hoor je te slapen, dus waren ze moe. ‘Oké, ik snap het. We gaan.’ Met die woorden verhoogde Tsuki de snelheid waarmee hij zich vooruit bewoog en hij rende in de richting van een iets meer beschutte plek, met bosjes waar hij amper overheen kijken kon. Ook hij was er niet veel beter aan toe. Zijn pikzwarte haar hing mager om zijn sowieso al tengere lichaam heen en zijn oren hingen neerslachtig lijkend omlaag. Maar hij had tenminste nog kracht, in tegenstelling tot Kaze, die met haar sombere karakter soms erg veel moeite had om het niet gewoon op te geven. Door haar lichamelijke vermoeidheid was ze ook amper in staat om dicht bij hem te komen, maar na enige tijd bereikte ze toch de plek waar hij stond. Ze keek hem doordrongen aan, wat nu? ‘Konijnen, die zitten daar vast,’ legde Tsuki zijn plotselinge vertrek uit. Konijnen waren vanwege hun kleinte niet het favoriete voedsel, maar herten en andere grote beesten waren schaars. De droogte zorgde al de hele zomer voor dood en verderf, vanaf begin mei en nu eind augustus nog steeds. Normaal was het weer ook minder gunstig, maar dit jaar was het erg extreem. Tsuki duwde met een poot vol scherpe nagels enkele takken van de bruingroene plant opzij. Hij stak zijn neus erdoorheen en snuffelde. Geuren die hij niet thuis kon brengen, vulde zijn neus. Zo ver als ze nu waren, waren ze nog nooit geweest. Met geluk hoefde er maar een paar keer per week gejaagd te worden en bovendien was er meestal nog wel wat meer in de buurt te vinden. Hij was benieuwd naar wat de geur kon zijn en stak zijn hele kop door de bosjes heen, die een heel veld leken te omvullen. Takken staken tegen zijn lichaam aan, maar nieuwsgierig als hij was, kroop hij door de heg heen, om in het veld te gaan staan. Het viel hem op dat de grond hier een stuk natter was dan in de rest van de plekken waar hij de laatste tijd geweest was. Dat terwijl er geen regen was geweest voor zeker een paar maanden! ‘Kaze, kom je?’ vroeg Tsuki aan zijn vrouw, terwijl hij op twee poten leunend de takken voor haar opzij duwde, zodat zij erdoor kon. ‘Weet je zeker dat… het veilig is?’ vroeg ze argwanend en met een klein stemmetje. ‘Laten we maar weggaan, het is hier niet veilig.’ ‘Nee, lief. Ik ruik een konijnenspoor. Kom op, we vinden hier echt wel wat.’ Zo bracht hij zijn woorden ertegen in en zo liep hij naar voren, tussen stukken gras, groener dan ze in tijden hadden gezien. Kaze liep hem voorzichtig en om zich heen loerend achterna. Opeens hoorden ze een schreeuw in een taal die ze niet verstonden. Een hard geluid van gebonk op de grond was hoorbaar vanuit redelijke nabijheid. Het geluid leek steeds dichterbij te komen en Tsuki deinsde angstig achteruit, achter een groep hoge grassprieten. Kaze bleef verroerd staan waar ze stond en het geschreeuw kwam steeds dichterbij. ‘Blijf van mijn groente af!’ klonk het. Een groot wezen dat zich op twee poten voortbewoog kwam in hun richting. Het had een langwerpig voorwerp in zijn hand. Kaze keek hem met grote bange ogen aan, maar leek in shock te zijn. Tsuki bleef grommend achter, maar durfde zich niet te laten zien. Het grote wezen richtte het lange ding op Kaze. Een luide knal volgde. Nu zou ze nooit meer hongerig zijn.
|
|